Wednesday, February 22, 2006
Phnom Penh, een stad vol van contrasten. Terwijl je er enerzijds een modern shopping center vind (meer dan 1 hebben we er niet gevonden), moet je anderzijds maar eventjes de hoofdstraten verlaten om in stoffige zandwegen, soms met enorme open riolen, terecht te komen.
Het is zeker geen enorme afstand, want we hebben alles te voet afgelegd.


Phnom Penh is naar ons gevoel een aangename stad. Het is een drukke stad, maar in vergelijking met Vietnam, best te doen (ze testen bijv. niet om de twee seconden hun claxon uit). Het stuk aan de rivier is vol met bars en restaurants, waar het heerlijk vertoeven is.
We hadden geen zin om veel aan sight-seeing te doen, maar we hebben toch de belangrijkste dingen bezocht: het koninklijk paleis en het Tuol Sleng museum. Verder hebben we wat rondgekuierd (weer eens ons kilometers gewandeld :-)) en de sfeer opgesnoven.

Het koninklijk paleis is, net als in Bangkok, opengesteld voor het publiek. Je hebt er prachtige tempels, waaronder de bekende zilveren pagoda (de vloer is bedekt met zo'n 5000 zilveren tegeltjes, en die zaten goed vast, dus we hebben er geen souveniertje van meegebracht). In die pagoda staat er trouwens weer een 'emerald buddha', net als in Bangkok, Chiang Rai en Vientiane. Een oude bekende voor ons dus...

Tuol Sleng is een overblijfsel van het Rode Khmer regime. Dit regime is in 1975 (net na het officiele einde van de Vietnam oorlog) aan de macht gekomen in Cambodja. De Rode Khmer waren een extreem communistische verzetsbeweging, die in het begin althans ook wat steun kreeg van Sihanouk (de vorige koning) en gesteund werd door hardliners in China. Hun leider was Pol Pot (Brother Number one) en ze hielden er een soort doorgedreven agrarisch maoisme op na. Bij het vallen van de hoofdstad hebben ze die volledig leeg laten lopen. Iedereen moest het platteland op. De mensen moesten verschrikkelijk hard werken, er was heel weinig eten en iedereen die ook maar de indruk gaf niet tevreden te zijn werd opgepakt en kwam in centra als Tuol Sleng terecht (waar je meestal niet levend uitkwam).

Het was een ondervragingscentrum waar het regime tegenstanders ondervroeg en folterde. Na verloop van tijd werd de graad van paranoia van het regime zo hoog, dat ze zelfs eigen medestanders begonnen uit te roeien. Het centrum was gehuisvest in een vroegere school. Je ziet onmiddellijk aan de gebouwen dat het om een school gaat. De Rode Khmer ging, net als het Nazi regime trouwens, heel nauwkeurig te werk. Ze namen van iedereen die binnenkwam een foto en noteerden om wie het ging. Er werden ook foto's genomen na de folteringen. Die foto's kun je in het museum zelf trouwens bekijken.
Er hangt een enorm neerslachtige sfeer in de vroegere schoolgebouwen. Een bezoek aan Tuol Sleng is enorm interessant (veel interessanter dan de zogenaamde 'Killing Fields' net buiten de hoofdstad) omdat je echt voelt hoe het allemaal in zijn werk ging. Ze hadden hier trouwens ook een film, maar van een iets betere kwaliteit dan die van de Cu Chi tunnels in Vietnam (geproduceerd door de franse televisie).
Uiteindelijk hebben de Vietnamezen een einde aan het gruwelijk regime gemaakt, door in 1979 het land binnen te vallen en de Rode Khmer op de vlucht te jagen.

Wat ons het meest is bijgebleven is hoe recent al die verschrikkingen wel zijn. Heel veel mensen die vandaag de dag in Cambodja wonen hebben die dingen effectief zelf meegemaakt. Het schrikbewind en de daaropvolgende oorlogen (o.a. met de Vietnamezen) heeft het land in een diepe armoede gedompeld. Maar ondanks al die miserie is het opmerkelijk hoe positief de mensen zijn. Ze zijn echt super vriendelijk (opnieuw, het contrast met Vietnam kon niet groter zijn) en bouwen echt aan een nieuwe toekomst. Er is duidelijk nog veel werk, maar er is duidelijk veel vooruitgang. Je ziet wel nog veel tekenen van de armoede en de oorlogen; je ziet in Cambodja heel veel bedelaars en ook heel veel verminkte mensen (die typisch een of meerdere ledematen missen door de vele landmijnen die nu nog steeds verspreid zijn over het land). Het is echter wel veilig om rond te reizen. Je moet wel steeds op de wegen en paden blijven en niet zomaar in het platteland in de velden rondwandelen.

Vanuit Phnom Penh gingen we naar het noorden, naar Kratie, waar we de Irrawaddy dolfijnen wilden zien. Dat zijn zoetwater dolfijnen die op een aantal plaatsen in ZO-Azie leven. Hun aantal is de laatste decennia enorm sterk gedaald en er wordt gevreesd dat de populatie in Cambodja het wellicht geen tien jaar meer zal volhouden. En dan te bedenken dat de groep in Cambodja nog een van de grotere is! Onderstaande foto komt niet van ons, we hebben er wel heel veel gezien (2o a 30 sightings), maar het is zogoed als onmogelijk om er zelf een deftige foto van te nemen. We hebben er dus eentje van het Net geplukt.

De foto hieronder hebben we genomen op de markt van Kratie. Al deze nog levende kippen maakten zich op voor transport.

We hebben zelf een brommer gehuurd om de dolfijnen te bezoeken en wat rond te rijden in de omgeving. We hebben o.a. de heel mooie 'Tempel met de honderd zuilen' bezocht, waar een paar oude mannen ons een prentenboek gaven waarin het leven van de Buddha beschreven stond (welliswaar met een korte engelstalige tekst erbij). Echt heel interessant en het heeft ons wel een uurtje zoet gehouden in de koelte van de tempel.

Het is zeker geen enorme afstand, want we hebben alles te voet afgelegd.


Phnom Penh is naar ons gevoel een aangename stad. Het is een drukke stad, maar in vergelijking met Vietnam, best te doen (ze testen bijv. niet om de twee seconden hun claxon uit). Het stuk aan de rivier is vol met bars en restaurants, waar het heerlijk vertoeven is.
We hadden geen zin om veel aan sight-seeing te doen, maar we hebben toch de belangrijkste dingen bezocht: het koninklijk paleis en het Tuol Sleng museum. Verder hebben we wat rondgekuierd (weer eens ons kilometers gewandeld :-)) en de sfeer opgesnoven.

Het koninklijk paleis is, net als in Bangkok, opengesteld voor het publiek. Je hebt er prachtige tempels, waaronder de bekende zilveren pagoda (de vloer is bedekt met zo'n 5000 zilveren tegeltjes, en die zaten goed vast, dus we hebben er geen souveniertje van meegebracht). In die pagoda staat er trouwens weer een 'emerald buddha', net als in Bangkok, Chiang Rai en Vientiane. Een oude bekende voor ons dus...

Tuol Sleng is een overblijfsel van het Rode Khmer regime. Dit regime is in 1975 (net na het officiele einde van de Vietnam oorlog) aan de macht gekomen in Cambodja. De Rode Khmer waren een extreem communistische verzetsbeweging, die in het begin althans ook wat steun kreeg van Sihanouk (de vorige koning) en gesteund werd door hardliners in China. Hun leider was Pol Pot (Brother Number one) en ze hielden er een soort doorgedreven agrarisch maoisme op na. Bij het vallen van de hoofdstad hebben ze die volledig leeg laten lopen. Iedereen moest het platteland op. De mensen moesten verschrikkelijk hard werken, er was heel weinig eten en iedereen die ook maar de indruk gaf niet tevreden te zijn werd opgepakt en kwam in centra als Tuol Sleng terecht (waar je meestal niet levend uitkwam).

Het was een ondervragingscentrum waar het regime tegenstanders ondervroeg en folterde. Na verloop van tijd werd de graad van paranoia van het regime zo hoog, dat ze zelfs eigen medestanders begonnen uit te roeien. Het centrum was gehuisvest in een vroegere school. Je ziet onmiddellijk aan de gebouwen dat het om een school gaat. De Rode Khmer ging, net als het Nazi regime trouwens, heel nauwkeurig te werk. Ze namen van iedereen die binnenkwam een foto en noteerden om wie het ging. Er werden ook foto's genomen na de folteringen. Die foto's kun je in het museum zelf trouwens bekijken.
Er hangt een enorm neerslachtige sfeer in de vroegere schoolgebouwen. Een bezoek aan Tuol Sleng is enorm interessant (veel interessanter dan de zogenaamde 'Killing Fields' net buiten de hoofdstad) omdat je echt voelt hoe het allemaal in zijn werk ging. Ze hadden hier trouwens ook een film, maar van een iets betere kwaliteit dan die van de Cu Chi tunnels in Vietnam (geproduceerd door de franse televisie).
Uiteindelijk hebben de Vietnamezen een einde aan het gruwelijk regime gemaakt, door in 1979 het land binnen te vallen en de Rode Khmer op de vlucht te jagen.

Wat ons het meest is bijgebleven is hoe recent al die verschrikkingen wel zijn. Heel veel mensen die vandaag de dag in Cambodja wonen hebben die dingen effectief zelf meegemaakt. Het schrikbewind en de daaropvolgende oorlogen (o.a. met de Vietnamezen) heeft het land in een diepe armoede gedompeld. Maar ondanks al die miserie is het opmerkelijk hoe positief de mensen zijn. Ze zijn echt super vriendelijk (opnieuw, het contrast met Vietnam kon niet groter zijn) en bouwen echt aan een nieuwe toekomst. Er is duidelijk nog veel werk, maar er is duidelijk veel vooruitgang. Je ziet wel nog veel tekenen van de armoede en de oorlogen; je ziet in Cambodja heel veel bedelaars en ook heel veel verminkte mensen (die typisch een of meerdere ledematen missen door de vele landmijnen die nu nog steeds verspreid zijn over het land). Het is echter wel veilig om rond te reizen. Je moet wel steeds op de wegen en paden blijven en niet zomaar in het platteland in de velden rondwandelen.

Vanuit Phnom Penh gingen we naar het noorden, naar Kratie, waar we de Irrawaddy dolfijnen wilden zien. Dat zijn zoetwater dolfijnen die op een aantal plaatsen in ZO-Azie leven. Hun aantal is de laatste decennia enorm sterk gedaald en er wordt gevreesd dat de populatie in Cambodja het wellicht geen tien jaar meer zal volhouden. En dan te bedenken dat de groep in Cambodja nog een van de grotere is! Onderstaande foto komt niet van ons, we hebben er wel heel veel gezien (2o a 30 sightings), maar het is zogoed als onmogelijk om er zelf een deftige foto van te nemen. We hebben er dus eentje van het Net geplukt.

De foto hieronder hebben we genomen op de markt van Kratie. Al deze nog levende kippen maakten zich op voor transport.

We hebben zelf een brommer gehuurd om de dolfijnen te bezoeken en wat rond te rijden in de omgeving. We hebben o.a. de heel mooie 'Tempel met de honderd zuilen' bezocht, waar een paar oude mannen ons een prentenboek gaven waarin het leven van de Buddha beschreven stond (welliswaar met een korte engelstalige tekst erbij). Echt heel interessant en het heeft ons wel een uurtje zoet gehouden in de koelte van de tempel.

Comments:
<< Home
wat zou Gaia zeggen van dat kippentransport?
Toffe foto's
Echt een opklaring in deze saaie
dagen hier in Death Star.
Post a Comment
Toffe foto's
Echt een opklaring in deze saaie
dagen hier in Death Star.
<< Home