Sunday, January 29, 2006
Gooooodmorning Vietnam!!!
De overgang aan de grens ging vrij vlot, mits het ontwijken van al de jongegasten met bromfietsen die je naar het volgende punt willen brengen (van de bus naar de Lao grenspost, van Lao naar Vietnameese grenspost) en beweren dat het altijd weer kilometers ver is. Beter van gewoon te voet te gaan.
Zoals bijna overal is het personeel aan de grensovergang stijf en niet geneigd tot veel glimlachen.
Eens echt inVietnam moet je vervoer te pakken zien te krijgen naar de volgende stad. Wij wilden naar Dong Ha. Na heel hard onderhandelen konden we eindelijk een redelijk normale prijs afdwingen. Het zijn echt haaien daar aan de grens. Je kunt wel weer een stuk te voet wandelen en dan de bus nemen. Maar ook daar moet je naar het schijnt zwaar afdingen, want op lokale bussen in Vietnam, vragen ze ook meestal veel en veel meer dan normaal. Groot contrast met Thailand en Laos, waar je als toerist op een lokale bus dezelfde prijs betaalt als de lokalen.
De rit was een helse tocht. De chauffeur had ofwel plots beseft dat hij nog een cadeau moest kopen voor nieuwjaar, ofwel had hij gewoon zelfmoordneigingen. Nog nooit zo'n cowboy meegemaakt (voor de mensen van de RUG: de enige die in de buurt kwam is Koen Vossaert, voor zij die ooit met hem meegereden zijn :-) ).
Onze vietnameese tegenhanger heeft zelfs onderweg een jonge koe aangereden. Hij is niet gestop, wat zeg ik, hij heeft nooit zijn voet van de gaspedaal gehaald. We zagen het arme dier over de baan tuimelen. We kunnen maar hopen dat het op slag dood was, want anders lag het daar wellicht een hele tijd voordat iemand er zich over ging bekommeren.
Dit doet er me aan denken. In Laos en dus ook in Vietnam zie je op veel plaatsen groepen koeien rondwandelen. Die zijn totaal niet begeleid en ook niet voorzien van een merkteken ofzo. Ze wandelen gewoon langs de weg (soms in het midden ervan) en naar het schijnt komen die op een bepaalde periode van het jaar gewoon weer naar de eigenaar terug. Niemand bekommert er zich echt over en het grote voordeel is natuurlijk dat je geen grote stukken land moet afzetten om die beesten te houden.
Het enige positieve van de busreis was dat ik onderweg een les Vietnamees kreeg van een meisje (mbv onze Lonely Planet), die tegelijkertijd haar angstige grootmoeder probeerde te troosten. Ofwel was het arme mensje bang dat ze haar leven zou beeidigen door toedoen van onze chauffeur, ofwel was ze er niet zo gerust in om, na al de oorlogen die ze al heeft meegemaakt, met een paar blanken in haar busje te zitten. Toen ze uitstapte zwaaide ik echter naar haar en verscheen er eindelijk een glimlach op haar gezicht, ik vermoed dus dat het eerder het eerste was.
Dong Ha stelt echt niets voor. Het bestaat eigenlijk maar omdat het op een intersectie ligt tussen twee belangrijke snelwegen. Het weer in Vietnam was ook op slag een stuk minder: bewolkt, zelfs regenachtig en temperaturen die plots zo'n 10 graden zakten (Laos wordt van de regenzones 'beschermd' door de gebergtes in het westen van Vietnam).
Door het troosteloze karakter van de stad, het verre van vriendelijk onthaal van deVietnamezen (met uitzondering dan misschien van mijn lerares) en vooral het slechte weer hebben we afgezien van een bezoek aan de DMZ (DeMiliterized Zone: het gebied tussen Noord- en Zuid-Vietnam dat als bufferzone was ingesteld). Dus vertrokken we de volgende dag al naar Hue.
Dat is een belangrijke culturele stad, een vroegere hoofdstad van Vietnam. We kwamen vroeg in de ochtend al aan (de bus vertrok rond 5u45 uit Dong Ha!) en net toen we ons hotel binnenstapten kwamen we een iets ouder australisch koppel tegen dat op rondreis was met vietnameese vrienden en ons direkt uitnodigden om mee te gaan. We hebben ontbeten met hen en daarna reden ze ons naar de Thien Mu Pagoda (pagoda is min of meer een synoniem voor tempel in vietnam). Een heel mooie pagoda, met een leuke tuin, gelegen aan de Perfume River. Het is trouwens een monik van deze tempel die zichzelf als eerst in brand stak als protest tegen het regime van Ngo Dinh Diem (net voor de Vietnam oorlog ofte 'American War' zoals ze het hier noemen). Ter info, de wereldberoemde foto hiervan sierde o.a. de cover van het eerste bekende album van Rage Agaist The Machine (voor het iets jongere volk onder jullie, die de Vietnam-era niet persoonlijk heeft meegemaakt).
Daarna ging het richting de citadel van Hue. Daar hebben we afscheid genomen van onze nieuwe vrienden. De citadel is enorm. Het staat/stond vol met paleizen, voor de keizer, de keizer-moeder, ...en is gebouwd door de Nguyen keizers (17de-18de eeuw). Jammer genoeg is er heel veel door de oorlogen vernietigd, kennelijk vooral na WOII, tijdens de gevechten tegen de Fransen.
Gelukkig zijn ze nu vollop aan het restaureren. Buiten de mooie gebouwen in het begin is vooral de linkervleugel het interessants. Daar staan prachtige 'chineese' gebouwen : je merkt direkt dat Vietnam veel meer chineese dan indische invloeden heeft, de indische invloeden zaten meer in het zuiden, in het Champa koninkrijk en natuurlijk in het Khmer keizerrijk dat zich vooral in Cambodja bevond.
Hue is veel meer dan Dong Ha een echte stad. Maar de drukte en het lawaai blijven. Het verkeer is er een echte chaos. In Vietnam leven zo'n 85 miljoen mensen op een oppervlak van zo'n 8 keer Belgie, en als je dan nog bedenkt dat die meestal nogal geconcentreerd leven aan de kust en in de twee delta's, moet het niet verwonderen dat de steden zo overvol zijn.
Die drukte werkt wel op je. Dat constant getoeter van de brommers en auto's hoor je zelfs in je slaap. Hieronder een kleine impressie van wat er zich allemaal op de straten bevindt. Je merkt direkt, vooral bromfietsen, slechts sporadisch een auto (en dat zijn dan meestal taxi's).
Na Hue naar het kleinere Hoi An. We hadden ook gehoopt het iets rustigere, maar dat mocht niet zijn. Is het nu omwille van het Tet Festival dat er zoveel mensen op straat waren? Het Tet Festival is het vietnameese (en ook chineese) nieuwjaar. Het is absoluut het belangrijkse feest voor de vietnamezen. Het is een beetje een combinatie van Sinterklaas (veel cadeautjes voor de kinderen), Allerheiligen (graven worden gekuist en bezocht, geesten van de voorvaderen worden extra geprezen), Nieuwjaar (op 29 januari start voor hen een nieuw 'maan'-jaar en naar het schijnt zou iedereen op die dag een jaartje ouder worden), Kerstmis (het feest wordt vooral thuis gevierd en ... ze hebben kerstbomen, zie foto hieronder) en lentekuis. By the way, dit jaar is trouwens het jaar van de Hond! Hopelijk betekent dit niet dat ze nog meer van die vriendelijke viervoeters in de kookpotten doen belanden.
Hoi An zelf is een mooi stadje. Het oude stadsgedeelte staat vol charmante huizen. De meeste doen wel dienst als restaurant of souvernierswinkel. Maar het is er op zich aangenaam rondwandelen, behalve rond de centrale markt, daar was het echt een hekseketel. Lonely Planet prees Hoi An omdat ze auto's uit de oude stad houden, ze zouden veel beter al die bromfietsen eruit halen, want die gasten rijden echt geen twee meter zonder hun claxon te testen.
Vanuit Hoi An hebben we ook nog een halve dagtrip genomen naar My Son, de ruines van het oude Champa konkinkrijk (zie meer hierboven). Mooie ruines, maar eerlijk gezegd waren we wat moe die dag (of het nu was van al die ruines te zien of gewoon wat fysisch moe, wie zal het zeggen).